Na acht opeenvolgende seizoenen met bovengemiddelde neerslag (van lente 2023 tot winter 2025), schakelde het Belgische klimaat over naar een droge periode.
Tijdens de meteorologische lente (1 maart tot 31 mei) viel er slechts 54,4 mm neerslag – ver onder het seizoensgemiddelde van 165,6 mm. Enkel in 1893 viel er nog minder regen sinds het begin van de metingen in 1833.
Deze droogte had een duidelijke impact op de waterkrachtproductie in België.
Waterkracht in België
Hoewel waterkracht deel uitmaakt van de Belgische energiemix, speelt het geen dominante rol. De geïnstalleerde capaciteit bedraagt ongeveer 180 MW, goed voor 438 GWh in 2024 – het equivalent van het jaarlijkse verbruik van 125.000 gezinnen.
De productie is sterk afhankelijk van de waterdebieten, en dus van de neerslag. In een gemiddeld jaar is de productie lager in de zomermaanden door de droogte. Dit wordt geïllustreerd in de onderstaande grafiek, die de gemiddelde maandelijkse productie toont van een representatieve groep Belgische waterkrachtcentrales met een gezamenlijke capaciteit van 67 MW.
Gemiddeld behoren de lentemaanden tot de productievere helft van het jaar. De grafiek hieronder toont de productie in de lente van 2025 vergeleken met het historische gemiddelde.
Gemiddeld behoren de lentemaanden tot de productievere helft van het jaar. De grafiek[LC1] hieronder toont de productie in de lente van 2025 vergeleken met het historische gemiddelde.
Er is een zekere traagheid merkbaar: de productie in maart week niet sterk af van het gemiddelde, maar in april zakte ze tot de helft, en in mei zelfs tot een derde van het normale niveau.
Ondanks deze daling was de impact op de Belgische energiemix beperkt. Het aandeel van waterkracht daalde van 0,7% in de lente van 2024 naar 0,2% in 2025.
Het is belangrijk om te vermelden dat de gevolgen van de droogte verder dan energieproductie reiken. Ook de landbouwsector ondervindt zware hinder.
Bekijk ook onze rapporten over zonne-energie en windenergie.