Het voorjaar van 2025 werd vooral gekenmerkt door aanhoudende droogte en uitzonderlijk veel zonneschijn. Zowel maart als april kenden slechts twee jaren met meer zonuren binnen de huidige referentieperiode.
Volgens de metingen was dit voorjaar het derde zonnigste sinds het begin van de waarnemingen in 1887. In totaal scheen de zon 688 uur en 35 minuten. Die zonneschijn vertaalde zich in een aanzienlijke hoeveelheid opgewekte zonne-energie.
Fotovoltaïsche lente : seizoen 2025
Tussen 1 maart en 31 mei 2025 produceerden zonnepanelen in België iets meer dan 3,5 TWh elektriciteit. Dat is meer dan de helft van alle hernieuwbare elektriciteitsbronnen samen.

Hoe verhoudt zich dat tot vorige jaren? Eerst kijken we naar de productiviteit van zonnepanelen : de hoeveelheid opgewekte energie per geïnstalleerd vermogen. Zo kunnen we prestaties vergelijken, ongeacht de grootte van een installatie.
Zoals de onderstaande grafiek toont, lag de productiviteit in de drie lentemaanden ongeveer 20% hoger dan het historische gemiddelde (2009–2024).

Maart was de vijfde meest productieve maand sinds het begin van de metingen, terwijl april en mei vergelijkbare prestaties neerzetten als recordjaar 2020, wat resulteert in de op één na hoogste waarde ooit gemeten.
Hoewel de productiviteit in 2025 iets lager lag dan in 2020, is het geïnstalleerde vermogen in België intussen gestegen van 6,4 GWp naar 11,7 GWp. De brutoproductie ligt dus aanzienlijk hoger.
Voor meer details, bekijk de interactieve grafieken van Hernieuws en Energie Commune hier.
Lees ook onze rapporten over windenergie en waterkracht.