Fotovoltaïsche zonne-energie: recordaantal installaties in Brussel in 2020

Ondanks Covid-19 heeft de sector in 2020 66 MWp geïnstalleerd: voornamelijk industriële, maar ook residentiële installaties. Het Brussels Gewest kan zijn 2030-doelstellingen naar boven bijstellen.

De installateurs van fotovoltaïsche zonnepanelen zaten ondanks Covid-19 in 2020 in Brussel niet bepaald stil…

In het voorjaar van 2020 heeft de covid-periode de fotovoltaïsche zonnesector in België enigszins gedestabiliseerd: het vervoer en de fabrieken lagen stil, het aantal arbeidskrachten was tijdelijk beperkt, … Kortom, de belangrijkste factoren van een slecht jaar waren allemaal aanwezig om ervoor te zorgen dat de doelstellingen voor zonne-energie niet werden gehaald. 

En toch, zodra de eerste versoepeling werd aangekondigd, kwam de sector reeds vrij snel weer op gang, de orderboekjes waren snel gevuld, zozeer zelfs dat een nieuw installatierecord werd bereikt!

Hier zijn de gedetailleerde cijfers:

Grafiek:

  • Geïnstalleerd vermogen in Brussel (kWp)
  • Jaarlijkse groei MW
  • Jaarlijks vermogen (MWp/jaar), geaccumuleerd vermogen (MWp)

66 MWp is het geïnstalleerde fotovoltaïsche zonnevermogen in 2020 in Brussel, d.w.z.  een groei van 68% van het geïnstalleerde zonnevermogen in 2020 in vergelijking met het vorige record in 2019. 

Deze extra capaciteit vertegenwoordigt het equivalent van 67 voetbalvelden en brengt het Brussels Gewest op ongeveer 197 MWp aan zonnecapaciteit.

In 2020 produceerde het park 129 GWh elektriciteit, of het jaarlijkse verbruik van 36.000 huishoudens (verbruik van 3500 kWh/jaar/huishouden). Ter vergelijking: in 2018 bedroeg de productie van elektriciteit uit zonne-energie ongeveer 63 GWh. In drie jaar tijd is de productie dan ook meer dan verdubbeld.

Ter herinnering: het Brussels Gewest had zich tot doel gesteld om in 2020 87 GWh aan zonne-energie te produceren, wat ruimschoots is gelukt. 

Het volgende streefcijfer is 185 GWh aan groene stroom tegen 2030. Dit komt neer op 59 MW extra, iets minder dan wat in 2020 in Brussel is geïnstalleerd.

Grafiek:

  • Eenheid: GWh
  • Groene stroom
  • PV
  • Huishoudelijk afval
  • Biogas
  • Vloeibare brandstoffen

Doelstelling BHG (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) voor de opwekking van groene stroom (RES) tot 2030 – EKP (Energie en Klimaat Plan)

Wij denken dan ook dat deze doelstelling zeker ruimschoots zal worden overschreden en dat het Brussels Gewest zijn ambities naar boven kan bijstellen.

Het Brussels Gewest vertegenwoordigt immers slechts 3% van de nationale capaciteit aan fotovoltaïsche zonne-energie, die zich hoofdzakelijk in Vlaanderen (74%) en Wallonië (23%) bevindt. 

In verhouding tot het totale elektriciteitsverbruik in Brussel vertegenwoordigt fotovoltaïsche zonne-energie iets minder dan 3% van het elektriciteitsvolume dat door alle sectoren (tertiaire, residentiële en industriële) wordt verbruikt. 

In Brussel is de productie van groene stroom nog zeer gering. De helft is afkomstig van fotovoltaïsche zonnepanelen, de andere helft van de afvalverbrandingsoven en de bijbehorende thermische centrale.

Brussel vertrouwt hoofdzakelijk op fotovoltaïsche zonne-energie, één van de enige technologieën waarvan wordt verwacht dat de productie tegen 2030 zal zijn verdubbeld (hetzelfde kan moeilijk worden gedacht van biogas). 

En als de regio er niet in slaagt genoeg te produceren, zal zij importeren. Zij heeft namelijk een extra muros-beleid ontwikkeld voor nieuwe energieproductie-installaties via gezamenlijke projecten met andere lidstaten, of via andere samenwerkingsmechanismen waar de Richtlijn 2018/2001 in voorziet. Dankzij deze partnerschappen zou Brussel tegen 2030 bijvoorbeeld 700 GWh extra aan hernieuwbare energie moeten kunnen opwekken (warmte, koude en elektriciteit samen), om zo tot 1.170 GWh aan hernieuwbare energie te komen. Ter vergelijking: het Gewest heeft in 2019 21.300 GWh verbruikt (warmte, koude, elektriciteit).

Hoofdzakelijk grote installaties

In het algemeen was de toename van het aantal installaties merkbaar in alle categorieën van installaties, van residentieel (<10 kWp) tot industrieel (>250 kWp). Het waren echter vooral industriële installaties die in 2020 een echte groei kenden ten opzichte van 2019 (+87% in geïnstalleerd vermogen in 2020). 

De reden hiervoor is eenvoudigweg van financiële aard: het ging over installaties die werden geplaatst vóór 2021 en de inwerkingtreding van een wijziging in het mechanisme voor groene stroomcertificaten waardoor de rendement van grote installaties zal dalen (zie hieronder).

De industriële PV-installaties die in 2020 zijn voltooid, zijn onder meer het stadion van Anderlecht, de chocoladefabriek Pierre Marcolini en de ferryterminal Tour et Taxi (foto bovenaan dit artikel).

Voor de zogenaamde “residentiële” installaties was de toename van het geïnstalleerde vermogen ook aanzienlijk, met bijna 14 MW geïnstalleerd en verdeeld over 3.300 installaties.

Een belangrijke wijziging in de regeling voor groene stroomcertificaten

De Brusselse regelgever heeft besloten het aantal groenestroomcertificaten dat per geproduceerde MWh wordt toegekend, te verlagen. Dit aantal varieerde tussen 2 categorieën van PV-vermogen, namelijk installaties met een vermogen van meer of minder dan 5 kWp. Maar sinds begin 2021 zijn er nu 5 vermogenscategorieën waaraan een verschillend aantal groenestroomcertificaten wordt toegekend.

(0-5kWp;5-36kWp;36-100kWp;100-250kWp;>250kWp). 

Dit quotum neemt van categorie tot categorie af naarmate het vermogen toeneemt, wat de rush van geïnstalleerde grote installaties in 2020 verklaart. Zo zal een installatie in een categorie van 250 kWp het equivalent van 1,1 GSC/MWh verliezen als zij na 1 januari wordt geïnstalleerd en gecertificeerd, wat neerkomt op ten minste 70 euro/MWh geproduceerd (of zelfs meer, afhankelijk van de marktprijs van het groenestroomcertificaat). 

Vergeet niet dat Brusselse installaties beschikken over groenestroomcertificaten over een periode van 10 jaar, die worden toegekend door de energieregulator Brugel en verkocht aan Brusselse elektriciteitsleveranciers. Het groenestroomcertificaat wordt beschouwd als “een immateriële activa dat pas een financiële waarde krijgt wanneer het wordt verkocht”. Deze wijziging van het aantal groenestroomcertificaten heeft geen terugwerkende kracht voor eerdere installaties.

Deze mechanismen werden gedetailleerd omschreven in dit artikel door comparateur-energie.be

Deze wijziging van de regeling heeft eigenaars ertoe aangezet hun installaties vóór 31 december 2020 te installeren en te laten goedkeuren, en installateurs ertoe aangezet zoveel mogelijk installaties vóór het einde van het jaar uit te voeren. Het is nu al duidelijk dat de haast om in 2020 te installeren waarschijnlijk zal resulteren in een vermindering voor 2021.

Ook Vlaanderen kende een dergelijke stormloop in 2020, maar in dit geval ging het over een vooruitlopen op het einde van de elektriciteitscompensatie vanaf 1 januari 2021.

Europa’s grootste BIPV-installatie

In 2021 wordt de beweging voortgezet met de realisatie van Europa’s grootste architecturale zonne-installatie in een stedelijke omgeving (BIPV).

De hal van het slachthuis in Anderlecht (foto onder) zal worden uitgerust met meer dan 1,2 hectare aan zonnepanelen. Het zal 1.653MWh/jaar produceren, wat overeenkomt met het elektriciteitsverbruik van 700 huishoudens.

De Brusselaars konden via crowdfunding deelnemen aan de financiering.

Er is nog potentieel

Volgens een studie van Leefmilieu Brussel beschikt het Gewest over een potentieel van 2.500 MWp aan zonne-energie dat nog kan worden gebruikt, voornamelijk op daken.

Dit potentieel is echter ongelijk over het grondgebied verdeeld. Brussel-Stad heeft het grootste potentieel (20%), terwijl Koekelberg een paar procent heeft. Deze cijfers houden echter geen rekening met problemen die moeilijk te overwinnen zijn, zoals het aandeel van gebouwen in mede-eigendom, dat de organisatie van een fotovoltaïsche zonne-installatie ingewikkelder maakt.