VOORBEELDEN – economische rentabiliteitsberekeningen voor elektriciteitsdeling in Brussel

Hier zijn onze voorbeelden van de rentabiliteitsberekeningen voor elektriciteitsdeling in Brussel.

Klik op een van de drie voorbeelden hieronder.

PEER-TO-PEER

Peer-to-peer delen is de vorm van energie-uitwisseling die zich het snelst lijkt te ontwikkelen in Brussel. We zullen proberen het economische belang achter dit nieuwe uitwisselingsmodel uit te leggen.

Aan de ene kant hebben we de eerste Peer, die de producent van het delen is, met een fotovoltaïsche installatie met een gemiddelde output van 5 kWp. Deze installatie produceert 4.500 kWh hernieuwbare elektriciteit per jaar. Een deel van deze productie wordt door de producent zelf verbruikt, namelijk 1500 kWh per jaar, terwijl de rest in het openbare net wordt geïnjecteerd. De injectie kan worden gedeeld met de andere Peer, de consument van het delen, die 500 kWh per jaar zal verbruiken. Het niet-gedeelde overschot wordt verkocht aan een elektriciteitsleverancier, d.w.z. 2500 kWh.

In de meeste gevallen is het de producent die de kosten bepaalt van de gedeelde energie die aan de consument wordt aangeboden, inclusief netwerkkosten die afhankelijk zijn van de perimeter van het delen (A, B, C of D) en verplichte kosten (accijns en energieheffing). Laten we aannemen dat de producent en de consument samen een prijs overeenkomen tussen de prijs waarvoor leveranciers de injectie kopen (0,06 eurocent per kWh) en de prijs waarvoor leveranciers de energie aan consumenten verkopen (0,20 euro per kWh, exclusief netwerkkosten en verplichte kosten). De twee peers konden het eens worden over een gemiddelde prijs van 0,13 eurocent per kWh, om de poen gewoon door tweën te delen.

Hierdoor bespaart de consument €0,07 per gedeelde kWh, wat neerkomt op een jaarlijkse besparing van €52,5 (500 kWh x (0,20 kWh-0,13€/kWh)). Afhankelijk van de perimeter van het delen (A, B, C of D), zal de consument ook kunnen besparen op de netwerkkosten (zie onderstaande tabel), waarbij de vaste meetkosten van €10,15 per jaar moeten worden opgeteld.

Conclusie

Peer-to-peer delen is de eenvoudigste configuratie om energie te delen, maar het beperkt het delen tot 2 meters, dus de profielen zullen elkaar moeten aanvullen om ervoor te zorgen dat er voor elk wat wils is.  

De hierboven geschatte besparingen, hoewel bescheiden voor sommigen, zouden kunnen toenemen als de prijs van de door de producent aangeboden energie naar beneden wordt onderhandeld, of als de consument zijn eigen elektriciteitsverbruik verhoogt door zijn verbruiksgedrag aan te passen. Elektriciteit wordt alleen gedeeld als het verbruik van de consument en de injectie van de producent synchroon lopen.

 Tot slot kan de aangeboden prijs worden vastgesteld, waardoor de consument wordt beschermd tegen eventuele prijsstijgingen op de elektriciteitsmarkt.

Voor de producent zal het delen stabiliteit brengen in de waarde van zijn injectie, en dus een zekerder rendement op zijn investering.  


BINNEN HETZELFDE GEBOUW

Laten we het voorbeeld nemen van een woning met 10 appartementen in een mede-eigendom die heeft geïnvesteerd in een fotovoltaïsch systeem van 15 kWp dat is aangesloten op de gemeenschappelijke meter.

Er moet worden opgemerkt dat de volgende indicatieve inkomsten zijn, die kunnen variëren afhankelijk van de specifieke kenmerken van het project (grootte van de fotovoltaïsche installatie, aantal appartementen, verbruiksgewoonten, enz.)

Investeringskosten: 23 850 incl.

(1) Het fotovoltaïsche systeem produceert 13.500 kWh per jaar.

(2) Deze elektriciteit levert eerst aan de meter waarop hij is aangesloten, vaak een gedeelde liftmeter.

We schatten het zelfverbruik op 850 kWh/jaar, wat neerkomt op een besparing van €300/jaar (kosten van elektriciteit op het elektriciteitsnet = €0,35/kWh) op de factuur voor de gemeenschappelijke ruimten.

(3) Het overschot dat niet verbruikt wordt door deze meter, geschat op 5.000 kWh, zal gedeeltelijk verdeeld worden tussen de 10 flats, d.w.z. ongeveer 500 kWh per flat.

In ons voorbeeld koos de mede-eigendom ervoor om deze gedeelde elektriciteit te verkopen tegen €0,06/kWh (exclusief netwerk- en verplichte kosten), wat een collectieve winst van €360 voor de mede-eigendom betekent.

Aan de kant van de consument (mede-eigenaar-bewoner of huurder) betekent dit, rekening houdend met de verplichte kosten en netwerkkosten (type A) die bij de energieprijs voor mede-eigendom worden opgeteld, een jaarlijkse besparing van €105 per flat (€70 op energie en €35 op netwerkkosten). De vaste kosten van €10,15/jaar per deelnemende verbruiker moeten ook worden afgetrokken.

(4) De injectie die niet zal worden gedeeld in het gebouw (7.650 kWh) zal worden verkocht aan een leverancier tegen de injectiemarktprijs (+/- 0,06€/kWh in 2023).

De verkoop van elektriciteit aan een leverancier vertegenwoordigt een inkomen van €460/jaar voor de mede-eigenaar (7.650 kWh x €0,06/kWh).

Samenstelling van elektriciteitsprijzen

Traditionele leverancier (links) >< Gedeelde elektriciteit (rechts)

Bovendien geniet het appartementsgebouw in Brussel, afhankelijk van het jaar van installatie, de energiecategorie en het jaarlijks opgewekte vermogen, gedurende 10 jaar van groenestroomcertificaten (GSC).

Inkomsten uit groenestroomcertificate : 2 065 /jaar (voor 10 jaar)

Laten we alle kosten, besparingen en inkomsten samenvatten die het delen zal opleveren voor 3 soorten deelnemers in mede-eigendom:

  • de bewoner/eigenaar: investeerder en begunstigde van energiebesparingen en andere inkomsten (Groenestroomcertificaten en verkoop van elektriciteit)
  • de niet-bewonende mede-eigenaar: investeerder en begunstigde van andere inkomsten
  • de huurder: de begunstigde van energiebesparingen.

De onderstaande waarden zijn geïndividualiseerd, d.w.z. per flat. We gaan ervan uit dat alle 10 mede-eigenaars deelnemen aan de investering en dat ze elk 10% van het bedrag investeren. Ze zullen dus 10% van de inkomsten ontvangen.

Conclusie

In Brussel levert het delen in hetzelfde gebouw aanzienlijke economische voordelen op, ongeacht het type deelnemer.

Huurders en eigenaar-bewoners compenseren de kosten van het meten via besparingen op gezamenlijke en individuele rekeningen.

Het rendement op investering is 6 tot 9 jaar voor een mede-eigenaar, die ook een verbetering van de EPC-score van zijn of haar woning zal zien. Dit komt omdat een gedeelde fotovoltaïsche installatie de EPC van de privéwoningen in het gebouw verbetert, tegen lagere kosten dan meerdere individuele installaties (minder omvormers en lagere aansluitkosten).

Ten tweede zullen andere gedeelde meters die niet rechtstreeks op de installatie zijn aangesloten om de kosten van de omvormer te beperken, ook kunnen profiteren van elektriciteit als verbruikers.

Tot slot mogen we niet vergeten dat het delen van elektriciteit ook het voordeel biedt van stabiele prijzen voorgedeelde elektriciteit, waarvan de meerwaarde door de energiecrisis duidelijk is geworden.

De hernieuwbare aard van elektriciteit biedt stabiele productiekosten (de zon en de wind zijn gratis): aangezien elektriciteit lokaal wordt geproduceerd en verbruikt, is de prijs ervan niet onderhevig aan de volatiliteit van de marktprijzen. 


BINNEN EEN ENERGIEGEMEENSCHAP

Laten we het voorbeeld nemen van een lokale energiegemeenschap (LEC) die leden van consumenten en producenten samenbrengt.

Merk op dat het hier gaat om indicatieve inkomsten, die kunnen variëren afhankelijk van de specifieke kenmerken van het project (vermogen van de fotovoltaïsche installatie, aantal deelnemers, verbruiksgewoonten, enz.)

· 3 Prosumers (producent-consument) produceren samen jaarlijks 13.500 kWh. Een deel hiervan wordt door de prosumenten zelf verbruikt en 9.400 kWh wordt aan het openbare net geleverd.

· De gemeenschap koopt de elektriciteit van haar 3 producerende leden – tegen een prijs die tussen beide partijen is overeengekomen – en deelt deze met haar 6 verbruikende leden, waarbij netwerkkosten en verplichte heffingen worden toegevoegd, evenals een kleine marge als de gemeenschap dit wenst.

· Een verbruikend lid koopt ongeveer 500 kWh/jaar gedeelde elektriciteit tegen €0,15/kWh in plaats van de geschatte prijs van €0,20/kWh van de leverancier (exclusief netkosten en verplichte heffingen), wat neerkomt op een besparing van €25/jaar. Afhankelijk van de perimeter van de deling zal er ook bespaard worden op de netkosten, rekening houdend met de door Sibelga toegepaste meterkosten.

Alles bij elkaar bespaart een consument voor één laagspanningscabine (type B) € 33/jaar (€ 25 + € 18,41 – € 10,15).

Samenstelling van elektriciteitsprijzen

Traditionele leverancier (links) >< Gedeelde elektriciteit in een energiegemeenschap (rechts)

Wanneer de installatie behoort tot de Energiegemeenschap

Als de fotovoltaïsche installatie eigendom is van de gemeenschap zelf, zal de prijs van gedeelde elektriciteit waarschijnlijk lager zijn, omdat deze de werkelijke kosten van de installatie weerspiegelt (afschrijving van de installatie, onderhoudskosten, non-profit investering, enz.)

Bijvoorbeeld, uitgaande van een tarief van €0,08 per kWh voor gedeelde energie (exclusief netwerkkosten en verplichte kosten), zou een consumentenlid jaarlijks ongeveer €60 kunnen besparen op zijn of haar energierekening, plus eventuele besparingen op netwerkkosten afhankelijk van de permeter van het delen. Met een tarief van €0,08 per kWh kan de gemeenschap haar investering in fotovoltaïsch project in 10 jaar terugverdienen, rekening houdend met de groenestroomcertificaten die de gemeenschap over een periode van 10 jaar zou kunnen verkrijgen.

Bovendien genieten de leden onder bepaalde voorwaarden een belastingvermindering van 30% of 45% van het bedrag dat ze in de gemeenschap investeren.

Samenstelling van elektriciteitsprijzen

Traditionele leverancier (links) >< Gedeelde elektriciteit in een energiegemeenschap (rechts)

Conclusie

Burgerparticipatie in het delen van energie binnen een energiegemeenschap kan verschillende vormen aannemen. Het kan gebaseerd zijn op collectieve installaties die eigendom zijn van de hele gemeenschap, op individuele installaties die eigendom zijn van bepaalde leden, of op een combinatie van beide benaderingen. Hoe meer installaties eigendom zijn van non-profitorganisaties of organisaties van openbaar belang (zoals overheden, de gemeenschap zelf, andere ledenverenigingen, enz.), hoe dichter het lokale gedeelde tarief zal liggen bij de productiekosten van deze installaties, of zelfs bij de waarde van de energie-injectie. Bijgevolg zullen consumenten kunnen profiteren van bijzonder aantrekkelijke prijzen.

De energiegemeenschap heeft de vrijheid om haar eigen tarieven te bepalen, op voorwaarde dat deze beslissingen democratisch worden genomen. Ze kan er bijvoorbeeld voor kiezen om energie te verkopen tegen een prijs die vergelijkbaar is met die op de huidige energiemarkt of tegen het sociale tarief. Dankzij deze flexibiliteit kan ze hogere winsten maken, haar beheerskosten efficiënter dekken en vooral investeren in andere projecten om de productie binnen de gemeenschap te verhogen.

De evenwichtige deelname van consumenten en producenten aan deze gezamenlijke activiteit is van groot belang. Het zorgt ervoor dat elk lid voldoende elektriciteit ontvangt en helpt om de extra vaste kosten, die € 10,15 per jaar bedragen, te dekken. Als indicatieve verhouding wordt één residentiële producent voorgesteld voor elke 2 tot 3 residentiële consumenten.

Het is belangrijk om op te merken dat de kostenvermindering in verband met het elektriciteitsnetwerk minder voordelig is buiten de perimeter van type B (laagspanningscabine). Er is echter nog steeds interesse voor het gemak dat het delen biedt (in het bijzonder de energieprijs binnen de gemeenschap). Soms kan het voordeliger zijn om verder te gaan dan deze perimeter om gemotiveerde leden met interessante productie-/verbruiksprofielen aan te werven.

Het is ook belangrijk om te onthouden dat energiegemeenschappen zich met andere activiteiten kunnen bezighouden dan alleen het delen van energie, zoals collectieve investeringen. Leden die bijvoorbeeld niet rechtstreeks in een installatie kunnen investeren, kunnen toestemming geven voor het gebruik van hun dak door de gemeenschap om een gedeelde installatie te installeren, terwijl ze profiteren van het zelfverbruik van de aldus geproduceerde energie (een investeringsmodel voor derden).

Tot slot is het goed om te onthouden dat een vaste en stabiele prijs, democratisch bepaald en onafhankelijk van marktschommelingen, het beheer van het delen binnen de gemeenschap vereenvoudigt. Bovendien kunnen consumenten zo de lokale tarieven beter begrijpen en ze gemakkelijk vergelijken met die van hun gebruikelijke leverancier.