Energie uit hout begint aan zijn comeback in de residentiële sector

De TWEED cluster heeft zopas een werkgroep voor biomassa opgestart voor residentiële verwarming. Doelstelling : individuele verwarming op hout op hetzelfde prioriteitsniveau brengen als de basisprincipes van de EPB.

Heeft u onlangs de kans gehad om door de technische handleiding van de laatste generatie houtkachels te bladeren ? Inspirerend, niet ! Zowel op het gebied van prestaties, rendement of emissies, is de vergelijking met onze oude houtkachels overduidelijk. Ze zitten niet meer in dezelfde categorie.

Het is duidelijk dat deze apparaten nu perfect deel kunnen uitmaken van een warmteconcept dat de huidige ontwerpers van residentiële woningen (of industriële) die energie-efficiënt zijn, hanteren. Met inbegrip van één van de meest gevoelige aspecten, zoals luchtdichtheid vereist voor passiefbouw.

Dit argument weegt zwaar door gezien het feit dat enkel hout in staat is om fossiele brandstoffen (stookolie, aardgas, propaan/butaan of kolen, die momenteel veruit in de meerderheid zijn !) te vervangen als brandstof. En het kan zelfs economisch rendabel zijn. Een voordeel dat overigens zijn gewicht waard is in CO2 op een moment dat de regio’s wanhopig op zoek zijn naar nieuwe strategieën om aan hun klimaatdoelstellingen voor hernieuwbare energie te voldoen. Wat de klimaatdoelstellingen betreft : wat voor de elektrische kWh geldt, geldt ook voor thermische kWh. Ook al zijn de berekeningsmethoden minder nauwkeurig.

Aanzienlijk potentieel

We mogen niet vergeten dat bos 1/3 beslaat van het Waalse grondgebied of 554.000 hectare, en jaarlijks ongeveer 110.000 kubieke meter hout voorziet. En de energiehoutsector in Wallonië alleen al, al meer dan 60% van de primaire productie van groene warmte (4,6 TWh in 2010) vertegenwoordigt.

Toch bedraagt het aandeel hout voor residentiële verwarming maar een kleine 4,5% (het percentage varieert afhankelijk van de bron) van het huishoudelijk energieverbruik. Alhoewel het volume toenam de laatste jaren, blijft het ruim onder het mogelijke potentieel.

Volgens de laatste statistieken (2010), worden er 36.000 Waalse woningen voornamelijk verwarmd met hout (2,2% van de woningen in Wallonië) en 428.000 woningen zou over een extra verwarmingstoestel op hout beschikken (een kwart van de woningen in Wallonië).

De verouderde apparatuur zou best worden voorzien van de modernste technieken op gebied van energie- en milieuprestaties, vooral de uitstoot van fijnstof die momenteel wordt bekritiseerd. Men zou er belangrijke punten mee kunnen scoren in de strijd tegen de klimaatverandering.

Een kwart van de Waalse woningen zou een extra vervarming installatie op hout hebben. Wat weinig is, gezien de bestaande mogelijkheden.

Een grotendeels Waalse expertise

Een groot deel van de verwarmingstoestellen op hout (of pellets) die van dergelijke moderne technieken zijn voorzien, zijn bedacht, ontworpen en gemaakt in Belgische bedrijven en meestal Waalse. Ondanks een moeilijke periode voor de sector – faillissementen, overnames, diversificatie – zijn verschillende bedrijven erin geslaagd om een opvallend niveau neer te zetten op gebied van prestaties en emissies. Bijvoorbeeld Stûv, dat onlangs werd beloond met de Vesta Award voor het beste houtproduct (USA), Jide, Burneco – die enige Waalse producenten voor pelletketels – en het Waalse vlaggenschip B & G.

Dit gezamenlijk streven naar kwaliteit heeft geleid tot de oprichting van een gloednieuwe werkgroep voor « residentiële » biomassa onder leiding van de Cluster TWEED.

Het verbeteren van de zichtbaarheid van de sector …

 Met de bio-energie kaart, getekend door de TWEED cluster in 2014, verenigt de werkgroep al enkele vrijwillige actoren.

Het doel,  buiten het buitenspel zetten van fossiele brandstoffen, bestaat uit het oppoetsen van het imago van houtverwarming. Vooral in het kader van de vooruitgang, zoals hierboven wordt beschreven, en dat zowel bij het publiek als bij het beleid. Het zijn namelijk de beleidsmakers die de nodige aanpassingen moeten doen aan de wetten en regelgeving met het oog op een efficiënt ondersteuningskader.

De verwachte impact op de klimaatverandering en in het bijzonder op de regionale doelstellingen op gebied van hernieuwbare energie kan een bepalende factor zijn. Op voorwaarde dat het gewest over betrouwbare en actuele gegevens beschikt over de ontwikkeling van houtverbranding, vooral in de huishoudelijke en residentiële sector. Dit om de voortuitgang van hernieuwbare brandstoffen in de voorgestelde schattingen en tellingen op Europees niveau aan te tonen. Maar dit is momenteel helemaal niet het geval.

… en de statistieken

De meeste gegevens die momenteel beschikbaar zijn over residentiële houtverwarming data komen uit beoordelingen en extrapolaties op basis van inventarissen (waaronder die van Eurostat), die zelf  niet meer zo recent zijn.

Naar de mening van experts uit de industrie, zoals Peter Martin (ValBiom), de facilitator bio-energie voor particulieren en bedrijven, zouden deze cijfers veel lager liggen dan in de werkelijkheid: « Er moet, zoals in Frankrijk in 2015, een grootschalig onderzoek komen om de cijfers te actualiseren en dat ze worden opgevolgd bij de actoren op het terrein, zodat ze jaar na jaar, kunnen worden geactualiseerd. » Dat zou al een eerste manier zijn om meer duidelijkheid te scheppen.

Voor- en nadelen van verschillende soorten houtverwarming


Bron : TWEED studie, huishoudelijke verwarming op hout : verkenning van de economische, technische en ecologische aspecten, juni 2013.