De Benelux, nieuwe speler in de transitie

Het energie-expertise netwerk van de Benelux, dat werd opgestart een paar weken geleden, wil de samenwerking en grensoverschrijdende synergieën versterken. Hoe kunnen we als drie "kleine" landen meer doorwegen in het toekomstige Europese energiebeleid.

De Benelux maakt een geweldige comeback. Ter herinnering: dit instituut werd opgericht aan het einde van de Tweede Wereldoorlog en vormde een economische unie tussen België, Nederland en Luxemburg. Deze drie landen vormden een gezamenlijke stem tegen de grote mogendheden die zich bezighielden met het hervormen van de toekomst van Europa. De Benelux was ook de kern van de Europese Unie, maar leek zijn nut te hebben verloren bij de oprichting van de Europese Gemeenschap in 1957.

De reden waarom de Benelux vandaag de dag weer aan belangrijkheid inwint, is dat de situatie en de overeenkomstige standpunten van de drie landen aan betekenis hebben ingewonnen. Maar deze vernieuwde samenwerking is er vooral gekomen door de energietransitie.

Anticiperen op de toekomst van energie

De Benelux-landen maken zich zorgen over de continuïteit van de energievoorziening. En daar is er een goede reden voor: in 2013 bedroeg de gemeenschappelijke totale productie van primaire energie 82,3 Mtoe (met aardgas 70,2 Mtoe, Nucleaire warmte 16,4 Mtoe, hernieuwbare energie 6,9 Mtoe en aardolie 2,2 Mtoe ), terwijl het totale verbruik 94 miljoen bedraagt.

De drie buurlanden hebben verschillende bezorgheden. Nederland zijn bezorgd over de daling in de productiecapaciteit van hun aardgas, met name het aardgasveld van Groningen – het grootste van West-Europa. België heeft zijn acrobatische kernuitstap. En Luxemburg, geconfronteerd met een stijgende energieafhankelijkheid, heeft van de energietransitie een prioriteit gemaakt.

Zich bewust zijnde van deze kwetsbaarheden, maar ook van hun complementariteit, hebben de drie landen het voortouw genomen in een ​​duurzame energievoorziening die efficiënt en betaalbaar is. De havens van Rotterdam en Antwerpen zijn nu de belangrijkste toegangspoorten van de Europese import van energiebronnen.

De noodzaak van een ​​vaste plaats in een geglobaliseerde en hypercompetitieve energiemarkt in wording, dringt zich op. De drie landen hebben elk hun onderzoeksinspanningen op het gebied van hernieuwbare energie opgevoerd. De inspanningen zijn vooral gericht op offshore-windenergie en – in toenemende mate – op elektriciteitsnetten en energie-opslag.

De Benelux vervult zelfs een bredere rol omdat ze coördinator is van het pentalateraal Energy Forum, met Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk als leden. Dit Forum heeft zopas een studie gepubliceerd over de continuïteit van de elektriciteitsvoorziening in deze grote Europese regio (presentatie van het Forum en studie hier).

Benelux en partners trekken zeer duidelijke conclusies: de betrokken landen moeten gaan van een traditioneel energiesysteem naar duurzaam en hernieuwbaar energiesysteem.

Samenwerking stimuleren tussen buren

Vandaar de oprichting van het energie-expertise netwerk van de Benelux, dat zich bezighoudt met een betere duurzame energievoorziening.

Dit netwerk verenigt multidisciplinaire expertisecentra, clusters, belangengroepen en overheidsinstanties en heeft al vijftig leden, waaronder een twintigtal actief in België (zie kaart hieronder).

Het netwerk werd officieel gelanceerd tijdens een conferentie die plaatsvond op 28 september te Brussel (toespraken hier beschikbaar).

Prof. Ronnie Belmans (Energyville) legt uit: “De Benelux, dat enorm is verstedelijkt, heeft een schat aan kennis en expertise op het gebied van de energietransitie. Het heeft een enorm gamma aan projecten en innovatieve initiatieven op talrijke niveaus. Het energie-expertise netwerk van de Benelux kan ons helpen een structuur op te bouwen door middel van contacten en samenwerking tussen de actoren. ”

En Manon Janssen (Topsector Energie) vult aan: “De internationale samenwerking is van cruciaal belang. Niet alleen met het “verre en exotische” buitenland maar in eerste instantie met de autoriteiten, kenniscentra en bedrijven van onze directe buurlanden in de Benelux. We zijn natuurlijke partners, we delen grote uitdagingen, we hebben elkaar nodig om deze aan te pakken en we kunnen elkaar versterken. ”

Zoals de organisatoren reeds hebben benadrukt, hebben de drie landen een overvloed aan economische activiteiten die een enorme goederenstroom teweegbrengen. De energiebehoefte is aanzienlijk en de energieproductie gebeurt door middel van verschillende bronnen uit de Benelux. Bijgevolg is deze regio enorm geschikt voor testprojecten binnen de energietransitie. Bovendien is het door de specifieke positie van de Benelux binnen Europa makkelijker om grensoverschrijdende projecten op te starten met betrekking tot duurzame energie. De presentatie van een speler, gevestigd in Noord-Rijn-Westfalen, laat zien dat deze motivatie zich niet geografisch beperkt.

Het delen van kennis en innovatieve projecten

Het netwerk is nu operationeel met als belangrijkste taken:

  • een betere wederzijdse kennis van de structuren en actoren die actief zijn in de energietransitie in Nederland, België en Luxemburg;
  • het verhogen van de contacten en de samenwerking tussen hen en hun samenhang;
  • een betere zichtbaarheid van de huidige actuele ontwikkelingen en de domeinen waar men begint in uit te blinken;
  • het delen van expertise binnen het netwerk door middel van conferenties en seminaries.

De grensoverschrijdende actoren zullen elkaar weer ontmoeten in de week van de energie tussen 19-23 oktober. De Benelux koos drie thema’s: duurzame energie voor transport, de pompcentrale van Coo en windenergie in de Noordzee.

Het KIC Inno Energie Fonds stimuleert de samenwerkingsmogelijkheden. In januari 2016 zal er een oproep worden gelanceerd voor innovatieve energieprojecten met een mogelijke steun van 500.000 -5.000.000 euro per project.