Beleidskader groene stroom gewijzigd in Brussel

Het nieuwe Brusselse besluit zorgt voor een beter kader voor zonne-energie. De stopzetting van de « teller die terugdraait » wordt gecompenseerd door meer groenestroomcertificaten.

De Brusselse regering heeft op 17 december een nieuw besluit goedgekeurd voor de bevordering    van groene stroom. Deze tekst, gepubliceerd in het Staatsblad op 8 januari, vervangt het besluit van    6 mei 2004. Dit nieuwe wettelijke kader betekent concreet het (her) definiëren van de steun van de verschillende types van groene energieproductie in Brussel.

Deze verandering was nodig in het kader van de overeenkomst van de onlangs goedgekeurde verdeling van de lasten met alle bijhorende moeilijkheden (zie ons artikel klimaatdoelstellingen          2020 : kleine berekeningen op zijn Belgisch).  

Neem nu 1 enkel cijfer : het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet 0,073 Mtoe (bijna 850 GWh) aan hernieuwbare energie bereiken in het totale energieverbruik tegen 2020. Dus twee keer meer dan vandaag (465 GWh in 2013). Deze doelstelling is grotendeels gebaseerd op de ontwikkeling van de productie van zonne-energie en biomassa. Wat nu nog geen feit is.

Terugverdientijd

Het besluit verankert de gewestelijke steun en de berekening van de groenestroomcertificaten om een terugverdientijd te garanderen van ongeveer 7 jaar voor de fotovoltaïsche zonne-energie en 5 jaar voor WKK. Geen wijzigingen op dat gebied. De investeerders kunnen rustig hun berekeningen maken (op de financiële fotovoltaïsche simulator bijvoorbeeld).

Einde van de vergoeding …

Wat betreft fotovoltaïsche energie bevestigt de tekst de verdwijning in Brussel van het principe van de compensatie : « de terugdraaiende teller », dat ten laatste in 2018 zal stoppen.

Deze formule, eenvoudig en « zeer sprekend » op het niveau van de consument, heeft ongetwijfeld bijgedragen aan het succes van zonne-energie. Maar nu is het tijd om het steunmechanisme te wijzigen om tegemoet te komen aan nieuwe zorgen: de dienst van het elektriciteitsnet vergoeden en de formules die het eigen verbruik doen verhogen, met behoud van de aantrekkelijke plaatsing van PV- systemen (zie ons artikel « Welke netvergoeding voor de prosumenten? »

We zien dezelfde trend in het nabijgelegen landen (Duitsland, Zwitserland, Denemarken) die de opkomst van een actieve prosument willen promoten.

… Maar meer groenestroomcertificaten

In ruil daarvoor zal het mechanisme wat guller zijn in groenestroomcertificaten voor systemen onder de 5 kWp : men gaat van 2,4 naar 3 groenestroomcertificaten per MWh.

Voor installaties van meer dan 5 kWp, blijft de steun op 2,4 GSC/MWh.


© ISSOL   Binnenkort specifieke steun voor gebouwgeïntegreerde PV-toepasssingen (BIPV) ?

Het Brussels Gewest introduceerde ook de mogelijkheid van specifieke steun voor « gebouwgeïntegreerde  installaties ». Voor dit type toepassing worden er momenteel slechts           2,4 GSC toegekend, maar deze verhouding zou binnenkort worden verhoogd. Deze steun aan BIPV (Building Integrated Photovoltaic) is momenteel nog niet duidelijk vastgelegd, maar zal er komen in het kader van de veelbelovende ontwikkeling van de sector om zo te zorgen voor een goede integratie in het gebouw.

Het besluit bevestigt echter de toekenning van groenestroomcertificaten aan de Brusselse verbrandingsoven, ondanks de negatieve adviezen van alle geraadpleegde instanties (zie ons artikel  « Brusselse verbrandingsoven : groenestroomcertificaten of verborgen belasting ? » ).